De Eerste Kamer heeft een motie van afkeuring aangenomen tegen minister Ollongren, omdat zij weigert de jaarlijkse huurverhoging tijdelijk te stoppen in verband met de coronacrisis.
Door de coronacrisis zijn tot nu toe tussen de 12.000 en 48.000 van de in totaal 2,4 miljoen huurders financieel zo in de knel gekomen dat zij hun huur niet kunnen betalen.
De minister pleit voor maatwerk voor mensen die in de problemen zijn gekomen, maar daarmee zijn huurders overgeleverd aan de goede wil van verhuurders, zeggen critici.
Per 1 juli gaan veel huren omhoog in zowel de sociale als vrije sector. Bij sociale huur gelden meer beperkingen dan in de vrije sector.
De Eerste Kamer heeft een motie van afkeuring aangenomen tegen minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken, omdat zij weigert de jaarlijkse huurverhoging tijdelijk te stoppen in verband met de coronacrisis.
Deze motie volgde op twee moties waarin de senaat haar daartoe al had opgeroepen.
Voor de motie van afkeuring stemden 39 senatoren voor en 36 tegen. De coalitie heeft geen meerderheid in de senaat, die 75 zetels telt.
Het is zeer zeldzaam dat de Eerste Kamer een motie van afkeuring aanneemt
De motie gaat over het beleid en heeft geen gevolgen voor de positie van Ollongren. De coalitiepartijen hekelden het indienen van de motie van afkeuring, omdat er volgens hen staatsrechtelijk veel op af te dingen is.
CDA-senator Theo Rietkerk zei dat het hier gaat "om een politiek oordeel in een bij uitstek politiek vraagstuk, namelijk een verdelingsvraagstuk. Daar hebben we naar ons idee de Tweede Kamer voor."
In deze motie gaat het volgens hem niet om rechtmatigheid, doelmatigheid of uitvoerbaarheid, benadrukte de CDA'er, waar de senaat beleidsvoorstellen aan toetst.
Juist omdat zo'n motie wordt gezien als een zwaar politiek middel, is het zeer zeldzaam dat in de Eerste Kamer een motie van afkeuring wordt ingediend. In 1875 traden twee ministers af na een dergelijke motie in verband met een spoorwegverbinding. De koning weigerde daarop hun ontslag. In 2012 en 2018 diende de PVV moties van wantrouwen in tegen het kabinet, maar die werden verworpen.
Bij bevriezing lopen verhuurders €400 miljoen mis
Door de coronacrisis zijn tot nu toe tussen de 12.000 en 48.000 van de in totaal 2,4 miljoen huurders financieel zo in de knel gekomen dat zij hun huur niet kunnen betalen.
Een meerderheid in de Eerste Kamer wil daarom dat Ollongren de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli voor iedereen opschort.
Ollongren is tegen de huurbevriezing, omdat de verhuurders dan in totaal meer dan 400 miljoen euro mislopen. Dat geld hebben ze nodig voor nieuwbouw, onderhoud en verduurzaming. Maatwerk biedt volgens haar uitkomst. Ze roept mensen op die in de knel komen, zich te melden.
Sociale en private verhuurdersorganisaties hebben aangegeven dat 0,5 tot 2 procent van hun huurders zich heeft gemeld voor hulp.
In ruim driekwart van de gevallen heeft de verhuurder inmiddels maatregelen getroffen om deze huurders tegemoet te komen, schreef Ollongren eerder aan de Tweede Kamer. Afhankelijk van de betalingsproblemen en de omstandigheden van de huurder zijn huurbetalingen uitgesteld of kregen huurders tijdelijk korting op hun huur.
Woonbond wil de verhuurdersheffing dit jaar niet heffen
De Woonbond vindt alleen kijken naar huurders die nu de huur niet kunnen betalen “een vrij nauwe blik”. “Al voor de coronacrisis waren voor zo’n 800.000 hurende huishoudens de woonlasten zo hoog dat ze met moeite rondkomen. Die bellen niet allemaal op dat ze de huur niet kunnen betalen, omdat eerder bezuinigd wordt op de sportclub, het verwarmen van de woning en de boodschappen. Door de verwachte negatieve inkomensontwikkeling en de stijgende huur komen meer huurders financieel in de knel”, aldus Marcel Trip van de bond.
Volgens Trip hebben huurders geen recht op maatwerk: “Ze kunnen zich dus nergens op beroepen en zijn afhankelijk van de verhuurder.”
De Woonbond pleit ervoor de verhuurdersheffing, de belasting op sociale huur, dit jaar niet te heffen zodat de huren bevroren kunnen worden.
Zo hoog mag de huurverhoging zijn
Hoe hoog de huurverhoging mag zijn hangt af van sociale huur of vrije sector en het huurcontract.
Een vrijesectorwoning is een woning met een kale huur boven de liberalisatiegrens van 737,14 euro in 2020. In de vrije sector kan de huur in principe onbeperkt worden verhoogd, maar meestal wordt de huurverhoging vastgelegd met een indexeringsclausule. Dit houdt in dat de kale huur jaarlijks stijgt met de inflatie volgens een bepaalde prijsindex en mogelijk een opslag. Daarmee ben je enigszins beschermd tegen een extreme huurverhoging.
Bij sociale huur zijn verhuurders gebonden aan maximale huurprijzen en afspraken over huurverhogingen.
De maximale huurprijs wordt bepaald door het puntensysteem dat voor een sociale woning geldt.
De huurverhoging bij sociale huur mag in 2020 maximaal 5,1 tot 6,6 procent bedragen. Bij inkomens tot 43.574 euro mag de huur met 5,1 procent omhoog (2,6% inflatie 2019 + 2,5 procentpunt inkomensafhankelijk).
Voor inkomens boven de 43.574 euro mag de huur met 6,6 procent omhoog (2,6% inflatie 2019 + 4,0 procentpunt inkomensafhankelijk).